Inhoud:
De notatie
De Spelregels
Snel leren dammen Centrumspel

DE NOTATIE  
 
 
Het noteren van het zetten is niet moeilijk. Maar je moet er wel aan wennen. Om het te leren is het verstandig om vanaf de eerste dag de notatie goed uit te voeren. Kijk goed naar het bovenstaande diagram:
  1. Wit speelt van onder naar boven
  2. Linksonder is een donker veld
  3. Linksboven zie je een 1 vervolgens zijn alle velden van links naar rechts oplopend genummerd.
  4. Onthoud 1, 11, 21, 31, 41 staan onder elkaar. Ook 6, 16, 26,36 en 46 staan onder elkaar. Je hoeft dus alleen maar te onthouden waar de 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9 en 10 staan de andere veldnummers kun je dan simpel vinden.
TIP: Leg het bord goed en plak etiketten met de nummers 1 t/m 10 op de betreffende velden. Verwijder die etiketten zodra je de notatie kent.
 
Wit aan zet
Een zet noteer je zo:
33-28 betekent de witte schijf op 33 gaat naar veld 28. In het volgende diagram zie je de stand na 33-28.  
 
Zwart aan zet
Let goed op bij een zet noteren we een streepje tussen de cijfers. Zwart speelt nu 18-22 en wit speelt 39-33.
In het volgende diagram zie je de stand na 33-28; 18-22; 39-33. 
 
 
 
Zwart aan zet
Stand na:
1. 33-28 18-22
2. 39-33
Die 1 voor 33-28 betekent de eerste zet. Dit hoef je niet te noteren dit staat al in je notatieboekje.
Zwart speelt nu 22-27. Wit moet nu slaan.
Hoe we het slaan noteren zie bij het volgende diagram.
 
Wit aan zet
Stand na:
1. 33-28 18-22
2. 39-33 22-27.
Wit moet nu slaan. Hij kan op twee manieren slaan.
Hij kiest voor 31x22.
Let goed op bij een slag noteren we een kruis tussen de cijfers In het volgende diagram zie je de stand na het slaan.  
 
Zwart aan zet
Stand na:
1. 33-28 - 18-22
2. 39-33 - 22-27
3. 31x22 - .........
4. ......... - .........
5. ......... -  

Als je nu goed kijkt zie je dat zwart kan winnen. Zwart moet dan wel een schijf durven weg te geven. Vul als oefening het zetten en slagen in op de stippellijn. 
 
TIP 1:
Het noteren snel leren. In het startpakket heeft u een combinatieboekje voor beginners ontvangen. Noteer voordat je verder gaat van de eerste 100 combinaties de winnende zet. Het antwoord kun je achter in hetzelfde boekje vinden.  
 

DE SPELREGELS  
 
 
Wit aan zet
Meerslag gaat voor.

Een voorbeeld.

Hoe moet wit slaan?

Antwoord: 1. 22x15.
Wit moet 22X15 slaan.
Als hij 22X 42 slaat, slaat hij 2 schijven.
Dat mag niet.
Meerslag gaat voor!!!  
 
Wit aan zet
Damslag gaat niet voor!

Een voorbeeld:

Sla jij met de schijf of met de dam?

Antwoord: schijf.

Damslag gaat niet voor alleen meerslag.
Wit slaat natuurlijk niet met zijn dam. Dat zie je wel!!  
 
Bijzondere spelregels
 
1. Je mag niet twee keer over dezelfde schijf slaan!!
2.
Je mag de schijven pas na het slaan van het bord halen!!
 
Wit aan zet
Een voorbeeld: 
 
Hoe slaat wit?  
A 13x 35x49x38x29x45  
B 13x 35x49x38x29x15  
C 13x 35x49x38x29  
   
Antwoord: C, Want:  
1. Wit mag niet twee keer over dezelfde schijf slaan.  
2. Wit mag de schijven pas na het slaan van het bord halen.  
 
Wit aan zet
Niet meer kunnen zetten.

Een voorbeeld:

Hoe wint wit?

Antwoord: 47-41

Zwart kan niet meer zetten en heeft dus verloren!! Onthoud dat goed.  
 
Vergeten te slaan.
Als je tegenstander vergeet te slaan mag alleen jij dat zeggen. Publiek en je tegenstander mag niet helpen. Als jij ook niet ziet dat je tegenstander moet slaan en je speelt een zet, dan gaat het spel gewoon verder. Je mag dan niet veranderen.  
 
Snel leren dammen via het centrumspel.
De beginnende dammer die op een club komt krijgt vaak te maken met spelers die al veel ervaring hebben. Gevolg hiervan is dat de startende senior na 1 jaar dammen en veel verliespartijen het voor gezien houdt. De gedachte is dan dat hij het toch nooit zal leren.
 
Met de tips die in dit schrijven worden gegeven hopen we de startende senior de weg te wijzen in het moeilijke positiespel. Het is dus een eerste stap naar goed dammen.  
 
Stap 1: Leer de spelregels. Of kom een keer op de jeugdtraining om de spelregels te leren.  
Stap 2: Leer de notatie door de eerste 100 combinaties uit het damboek Leer spelenderwijs dammen (Pieter Bergsma) te maken. (te verkrijgen bij de jeugdtrainers).  
Stap 3: Heb je stap 1 en 2 uitgevoerd lees dan de rest van dit artikel.  
 
Ok, nu ken je de notatie. Maar hoe moet je nu een partij beginnen. Een veel gemaakte fout is dat de beginner naar de rand schuift.
Hieronder zie je de meest door beginners gespeelde zet! (naar de rand)  
 
Zwart aan zet
Is de gespeelde zet (31-26) fout?
Nee natuurlijk niet!!

Maar voor beginners is het beter om in het centrum te spelen! In het centrum sta je namelijk veel sterker.
Laat het moeilijke randspel maar over aan de sterke gevorderde dammer.  
 
Zwart aan zet
Tip 1: Speel voorlopig de openingszet 33-28
 
Dit is randspel Dit zijn drie soorten centrumspel. 
 
Het voordeel van centrumspel is dat je met je schijven meer kanten op kan. Bovendien is een dergelijk massief blok gewoon krachtiger.  
 
Wit aan zet
Een paar voorbeelden:

Wit speelt:
1. 29-24 20x29 2. 33x24, en zwart kan gaan geven.
Het sterke centrum wint van het zwakke randspel.  
 
Wit aan zet
Wit speelt: 1. 43-39, en zwart heeft geen goede zetten meer!!
Het sterke centrum wint van het zwakke randspel.
 
Wit aan zet
Maar hoe moet je nu spelen om centrumspel te krijgen!! (2 voorbeelden) 

Wat moet je doen? 
Je schuift naar het middelste veld (28 voor wit, 23 voor zwart) en daaronder bouw je een blok. 

Zet de schijven op het bord en speel maar na. 
1. 33-28 18-23 
2. 38-33 12-18 
3. 43-38 07-12 
4. 49-43 Als je goed heb nagespeeld is de stand op jou bord hetzelfde als hiernaast.
 
Zwart aan zet
Nog een voorbeeld:
Iiets moeilijker als de vorige

1. 33-28 19-23
2. 28x19 14x23
3. 32-28 23x32 (wit gaat weer naar veld 28)
4. 37x28 10-14
5. 41-37 13-19
6. 37-32 08-13
7. 39-33 02-08
8. 44-39 05-10
9. 42-37 17-21
10. 47-42
Als je goed heb na gespeeld is de stand op jou bord hetzelfde als hiernaast.
 
Positiegevoel ontwikkelen: speel bovenstaande voorbeelden zo vaak nadat je ze kan dromen.  
Wit aan zet
Wit aan zet
TIP 2:
Bouw blokken en piramides.
 
Wit aan zet
Tip 3 Laat de kroonschijf staan!!
Deze mag je pas spelen als je minder dan 10 schijven hebt.

Dit is de kroonschijf.
 
De adviezen en tips op rij:
Stap 1 Kom een keer op de jeugdtraining om de spelregels te leren.
Stap 2 Leer de notatie door de eerste 100 combinaties uit het damboek Leer spelenderwijs dammen (Pieter Bergsma) te maken.

Tip 1 Speel voorlopig de openingszet 33-28 (zie diagram).
Tip 2 Bouw blokken en piramides (speel de 2 voorbeelden regelmatig na).
Tip 3 Laat de kroonschijf staan!! Deze mag je pas spelen als je minder dan 10 schijven hebt.
Tip 4 Train af en toe mee met de jeugd.
Tip 5 Oefen combinaties de jeugdtrainers hebben uitstekend materiaal.

Succès met je dam-carrière  
 
P.S.  Als je wilt leren dammen, kun je altijd adviezen en tips vragen aan de jeugdleiders.
  Zij zullen je graag adviezen geven.